vrijdag 9 september 2011

Voor- en nadelen van vinyl platen anno 2011


De lol van vinyl anno 2011.

Vinyl is het neo-hippe woord voor de grammophoon langspeelplaat, de LP, de elpee. 33 1/3 toeren per minuut, 12 inch, PVC. Een audio medium dat vanaf begin jaren 1950 de 78 toerenplaat verving en dat zelf weer werd opgevolgd door de CD in de tweede helft van de jaren 1980. Waarom hebben we het er nog over en wat zijn de voor- en nadelen.



De voordelen.

1. De hoezen.


Een 12 inch (30 cm) elpee in een simpele hoes heeft sowieso al een buitenhoes met een voor- en een achterkant die bedrukt kunnen worden. Twee keer 30 X 30 cm kunst dus. Bedrukken we de binnenhoes ook dan komt er nog twee keer 30 X 30 cm bij. Dan hebben we het nog niet over dubbel elpees met uitklaphoezen en inlegvellen of luxe opera boxen met een boek van 50 bladzijden op LP formaat. Ook de labels werden in de jaren 1980 vaak speciaal ontworpen voor een bepaald album.  Vergelijk dat eens met het plastic CD doosje of een  file met nullen en enen op de harde schijf van uw PC!

2. De tijdmachine.

Een klassieke Lp van begin jaren 1960 is inmiddels 50 jaar oud. De originele analoge banden zijn inmiddels al lang vergaan of gedemagnetiseerd, vastgeplakt etc. Een LP is mechanisch een kwetsbaar ding, denk aan krassen en kromtrekken. Chemisch is het PVC echter niet kapot te krijgen. Mits goed bewaard klinkt een LP van 1960 anno 2011 nog precies hetzelfde. Stel je hebt een eerste originele persing van een klassieke Philips LP van 1960. Voor de opname werd rustig het Concertgebouw en het bijbehorende Orkest ingehuurd evenals een dirigent, opnametechnici en apparatuur. Vervolgens zette men drie (3) microfoons neer en nam men het geheel 100% analoog en met 100% buizen apparatuur op. Dat was vroeger en die tijd komt nooit meer terug. Er wordt vrijwel niet meer analoog opgenomen. En echte pure klassieke CD opnamesessies met compleet orkest zijn er ook bijna niet meer, dat is met CD verkoop niet meer terug te verdienen.


3. Het hoge resolutie medium.
Dit moeten we even uitsplitsen in twee gedeelten. Ik begin met echt analoge opnames zoals hierboven omschreven. Ik heb een paar jaar geleden een bijdrage gelezen op een internetforum van een professionele Engelse geluidstechnicus. De man werkte al jaren digitaal. Hij kreeg een aanval van nostalgie en kocht een ouwe Revox bandrecorder op Ebay. Hij knapte het ding goed op en regelde hem perfect af. Hij nam de Revox mee naar een opnamesessie en zette hem op uitgang 2 van het mengpaneel. Op uitgang 1 stond een top professionele digitale recorder anno 2005. De Revox bleek bij afluistering veel beter te klinken! Hij vertrouwde zijn oude oren niet meer en organiseerde een blinddoek luistertest met wat mensen met gouden oortjes uit de business. Die vonden unaniem de Revox beter klinken. Kortom analoog opnemen is nog steeds het beste. Je zou kopieen van de originele masterband op tapes en cassettes kunnen maken, dat zijn ook analoge media. Het enige andere echt analoge medium is de LP.

Digitaal opnemen. Denon had in 1973 al een digitale opnameset die werkte op 16 bits en 48 kiloherz samplefrequentie. 16 bits wil zeggen 16 nullen en enen achter elkaar, samplefrequentie wil zeggen hoeveel meetpunten per seconde. Hoe meer hoe beter de resolutie. CD werkt op 16 bits en 44,1 Khz. Merk op dat 44,1 en 48 geen even verhouding is. 48 Khz en veelvouden daarvan is altijd de professionele standaard geweest. Terugsamplen van 48 Khz of veelvouden daarvan naar 44,1 is dus niet zo eenvoudig.

Tien jaar geleden kon men al opnemen op een resolutie van 24 bits en 96 Khz. Tegenwoordig zitten we al op 24 bits en 192 Khz. Veel hogere resoluties dan CD.  Voor een CD mastering moet je terug naar 16/44,1 en dan gooi je die fijne opnamekwaliteit voor een groot deel weg. Dan hebben we het nog niet over tien keer gecomprimeerde 128 Kbps MP3s waar de meeste consumenten tegenwoordig genoegen mee nemen...

Je zou hoge resolutie digitale files ook online kunnen aanbieden als downloads. Ideaal, goedkoop distributiemedium. De file saven op je harde schijf en afspelen met een goede externe USB DA converter. Echter, zoek maar eens, er zijn nog maar weinig labels die hoge resolutie files aanbieden op het internet. De platenmaatschappijen zitten weer eens te pitten.

Alternatief: je stuurt de 24/192 files naar Record Industry in Haarlem, de grootste platenperserij van Europa zo niet van de wereld. Zij gaan dat materiaal voorbewerken, maken een plaatmastering, maken persmatrijzen en gaan vervolgens platen persen.  Die LP zal, met alle nadelen vandien (zie onder), deze hoge resolutie moeiteloos kunnen weergeven. Echt analoog heeft een resolutie die nog veel hoger is.


4. Het geluid.

Samenhangend met het vorige punt maar dat was een erg technisch verhaal. Het klinkt gewoon beter. Ik speel zelf gitaar en weet wel hoe een echte gitaar of een echt drumstel klinkt. Een echte goede oude analoge plaat die goed wordt afgespeeld is super realistisch. De attack van een gitaar. Een ride bekken, super complex geluid met veel boventonen. Een pauk waarvan de toonhoogte duidelijk te horen is. Een zangeres die virtueel in je kamer staat te zingen.

5. Het medium ligt vast.

De stereo grammofoon langspeelplaat is sinds pakweg 1960 niet meer veranderd. Vergelijk dat eens met al die digitale formaten die zijn gekomen en gegaan. DCC? DAT? Super Audio CD?  Een nieuwe stereo grammofoonplaat kan je op iedere platenspeler afspelen of het nu een nieuwe is of een Thorens uit 1970. Groefdikte, RIAA correctie in de voorversterker (zie onder), het is allemaal keurig vastgelegd.

6. Het business model.

De platenindustrie is sinds Steve Jobs de Ipod introduceerde ingrijpend veranderd. Ik had het al over klassieke opnames. Wat dacht U van bands als Pink Floyd en Dire Straits die rustig 6 maanden in een peperdure studio gingen zitten om een album op te nemen. Dat was vroeger. Tegenwoordig kan je thuis een album opnemen op een laptop, prachtige ontwikkeling natuurlijk maar ik heb toch sterk de indruk dat de produktiewaarden in de muziek gekelderd zijn. In de jaren 1970 kostte een klassieke LP 25 a 30 gulden in geld van die tijd. De consument wil anno 2011 alles gratis downloaden. Voor niks krijg je ook niks.  Een CD is een aantal digitale WAV files die je ook zo kan downloaden en zelf weer op een CD-Rom kan branden. Een LP klonen kan de consument gewoon niet. De LP kon wel eens de laatste overblijvende fysieke geluidsdrager zijn waar de consument nog echt voor wil betalen. Een luxe niche product weliswaar maar toch.



7. De opschep factor.

Ik heb eens een artikel gelezen op het internet over een rijke Chinees die een heel gebouw vol had gestouwd met zo’n beetje alle bekende vintage en nieuwe high end audio apparatuur. En duizenden, duizenden platen. Dit geeft blijkbaar status. Japanners gingen de Chinezen hierin voor. Kijk maar eens hoeveel rijke Japanners online pronken met hun twee keer 5 watt buizenversterkers, enorme speakers en verzamelingen originele Blue Note jazzplaten. Ik heb eens een artikel gelezen over de muziekbeleving van een bekende schrijver, die had 40.000 MP3s op zijn laptop. Daar is niemand van onder de indruk.

8. Het popalbum.

Een van de gevolgen van de komst van internet, MP3 en de Ipod is het verdwijnen van het popalbum. Pop acts krijgen niet eens meer een platencontract voor een album maar voor een paar tracks. Als tegenbeweging heb je tegenwoordig in steden als New York hippe cafees waar jonge mensen in vervoering zonder conversatie naar een compleet classic pop/rock album zitten te luisteren. Op vinyl uiteraard. De hele samenhang in de nummers maakt een echt goed popalbum tot een trip. Voeg daarbij de bovengenoemde hoeskunst. Het popalbum als Gesamtkunstwerk.


De nadelen.

1. De prijs.


Dit splits ik uit naar de software en de hardware. Eerst de software, de platen zelf. Ik heb de afgelopen 10 jaar alle rommelmarkten en kringloopwinkels in mijn regio afgelopen en ik heb het aanbod steeds minder zien worden. Alleen standaard repertoire klassiek en opera is nog goedkoop te krijgen. Echt goede classic rock wordt al duur laat staan echte blues en moderne jazz. En de plaat daar draait letterlijk en figuurlijk alles om. Je moet de goede analoge oude persing hebben. Moderne heruitgaven, hoe audiofiel en duur ook, zullen meestal digitaal geremastered zijn. Minder maar beter is hier het devies. Beter 100 echt goede platen dan 1000 slechte. CDs worden steeds goedkoper, zeker van oud repertoire.

De hardware. Ik heb de laatste 10 jaar pakweg 60 platenspelers uit de jaren 1970/begin 80  van de rommelmarkt gekocht en opgeknapt. Inkoop 5 a 10 euro. Goed element erop met goede naald. Goed afstellen. Aansluiten op een vintage stereo set ook van de rommelmarkt, inkoop een paar tientjes. En dan maar draaien. En dan blijkt dat een echt goede plaat ook op zulke eenvoudige maar goede spullen echt goed kan klinken. Dat is de kracht van het medium. Dat lukt me met CD niet.

Anno 2011 is de productie van platenspelers, elementen, naalden, benodigdheden, phono preamps enz.  een high end nichemarkt geworden. Kleine bedrijven produceren in kleine aantallen tegen hoge prijzen. Helaas hebben de Deejays het vinyl verlaten. Die hebben jarenlang de Technics SL-1200 draaitafel in productie gehouden maar Technics is er nu mee gestopt. Ook de platenperserijen draaiden op DJ vinyl , dat houdt nu ook op.

Kort samengevat: de software wordt steeds duurder. De hardware is nieuw duur maar er is nog steeds veel tweedehands te koop tegen redelijke prijzen.



2. Het is veel gedoe.  
De CD is een kwestie van plaatje in het laadje ,op een knop drukken en weer gaan zitten. 500 liedjes als MP3 op een telefoon. De LP vergt aanzienlijk meer zorg. De plaat moet schoon zijn. Zo van de rommelmarkt dient hij eerst uitgebreid schoongemaakt te worden. Dan in een nieuwe binnenhoes. Dan voor het draaien de droge platenborstel erover. De naald schoonmaken met een naaldborsteltje. En dat iedere 20 minuten. De platenspeler moet perfect zijn op- en afgesteld. Dat is een kunst en een wetenschap waar websites over zijn volgeschreven.

Kortom het moet je hobby wel zijn. Mijn ervaring als verzamelaar is dat als de eerste plaat uit een verzameling goed is, dan zijn ze allemaal goed. Als de eerste slecht is zijn ze allemaal slecht. Als je niet goed met je platen omgaat zal je voornamelijk gekraak horen. Zie het volgende punt.

3. Gekraak en gepiep.
Het wordt wel eens overdreven maar dit is nu eenmaal een nadeel van het medium. We splitsen het uit in de hardware, de software en de muziek.  De plaat zelf moet goed zijn. Niet stoffig, niet bekrast, niet krom. Het wordt nog moeilijker. Sommige platen zien er perfect uit maar kraken toch als een zakje chips. Platen kunnen ook kapotgedraaid zijn, dan hoor je voornamelijk vervorming. Kwaliteit van de persing is ook erg belangrijk. Het beroemde Engelse klassieke label Decca maakte prachtige opnames maar de UK persingen daar zit nogal wat ingeperste rumble in. Ons aller Philips perste platen die CD achtig stil kunnen afspelen. Dikke platen uit de jaren 1950 en 60 daar kan je een oppervlakkig krasje vaak niet eens op horen. Hetzelfde krasje op een flinterdunne jaren 1980 persing pop LP hoor je echt wel.

De apparatuur. Ik heb eens een Denon DL-103 MC element gemonteerd op een Thorens Td-150mkII van 1970. Aangesloten op een goede stille phono preamp. En dan een wat bekrast Stones plaatje draaien. Je hoorde bijna alleen de muziek. Goede apparatuur die goed staat op-en afgesteld kan veel gekraak voorkomen.

De muziek. Een kras of een tik zal meer opvallen op een Mozart strijkkwartet dan op een elpee van AC/DC.



4. Het  neemt ruimte in.
1000 platen nemen een kast in beslag van 250 X 30 X 70 centimeter. Ook de apparatuur is over het algemeen groot van formaat. Hiermee samenhangend:

5. Lage WAF.

Wife Acceptance Factor. Vrouwen haten platen. Het kost geld en neemt veel ruimte in in hun huis en hun woonkamer. Een eigen luisterruimte is zeer aanbevolen. Alsmede een ruim gevulde beurs om de huiselijke vrede af te kopen met een nieuw bankstel, een nieuwe lamp, nieuwe gordijnen enz....

6. Het is verslavend.

Zowel de software als de hardware zijn verslavend. Zoals iedere vorm van verzamelwoede. U vindt uzelf terug tussen allerlei vage figuren op rommelmarkten om 8 uur des ochtends op zaterdag. Hiermee kunt U uw relatie en algemene kwaliteit van leven ernstig op het spel zetten. Ja lacht U maar. Kijk maar eens naar de commerciele televisie, help mijn man heeft een hobby. Zie ook het vorige punt.  1/3 deel van de huwelijken eindigt in een (v)echtscheiding.

1 opmerking:

  1. Ik heb Indus kort een koffer grammofoon en wat 2e hands platen uit de 60er jaren en ik moet zeggen hij doet het prima, en geluid is prima, maar geen stereo,!

    BeantwoordenVerwijderen